Amateur artiesten kunnen met een rechtspersoon, zoals een vereniging of stichting hun financiën beter structureren. De vereniging of stichting vraagt een inhoudingsplichtigenverklaring (IPV) aan, waarmee aan de zaalhouders/ opdrachtgevers en podia uitkoopsommen in rekening kunnen worden gebracht. De vereniging of stichting betaalt de directe kosten van de optredens en de indirecte kosten van de artiesten. Bij een evt. positief saldo kunnen de artiesten een vrijwilligersvergoeding van € 150 per maand met een maximum van € 1.500 per jaar (€ 21 per week, maximum € 735 per jaar in 2004 en 2005) per persoon per jaar ontvangen.
De vereniging of stichting blijft volgens de artiestenresolutie buiten de BTW, indien de omzet per jaar minder bedraagt dan € 22.689. De vereniging of stichting kan buiten de vennootschapsbelasting (VPB) blijven door een beroep te doen op de verruimde vrijstelling voor vrijwilligersorganisaties.
Met deze structuur kunnen amateurgroepen prima uit de voeten en behoeft de nieuwe artiestenregeling én het vervallen van de LVV voor hen niet nadelig te zijn.
|