Iedere Nederlander heeft, als deze voldoende belasting verschuldigd is, recht op het toepassen van de algemene heffingskorting. Deze heffingskorting wordt in mindering gebracht op de verschuldigde inkomstenbelasting. Vaak merkt u hier niets van. Als u in loondienst bent, houdt de werkgever al automatisch rekening met het toepassen van de heffingskorting bij het inhouden van loonbelasting op uw loon.
Zoals reeds genoemd dient u voldoende belasting verschuldigd te zijn om gebruik te maken van de volledige heffingskorting. Verdient u minder dan circa € 6.000 dan kunt u niet de gehele heffingskorting gebruiken. De toe te passen heffingskorting is maximaal de verschuldigde inkomstenbelasting.
Voorbeeld:
u bent € 600 inkomstenbelasting verschuldigd over een bescheiden bijverdienste. De heffingskorting bedraagt nu ook € 600. U hoeft niets te betalen. Met het restant van de algemene heffingskorting kunt u niets doen in dit geval
Tot zover de situatie voor de alleenstaande Nederlander. De wetgever heeft een mogelijkheid ingebouwd om de heffingskorting toch terug te krijgen, indien uw partner wel voldoende belasting verschuldigd is. Dit gebeurt niet automatisch. U moet dan kiezen voor fiscaal partnerschap in de inkomstenbelasting.
In het regeerakkoord van 7 februari 2007 is opgenomen dat daar weer verandering in komt voor bepaalde groepen. Meer lezen >>>
Partnerschap van groot belang
Het fiscaal partnerschap is van groot belang bij de belastingheffing. Veel fiscale regelingen zijn ‘gekleurd’ door dat partnerschap. Denk bij de inkomstenbelasting aan de eigenwoningregeling, de samenvoeging en verdeling van bepaalde inkomsten, de aftrekdrempel voor giften en specifieke zorgkosten, de alleenstaande ouderkorting, enz.
De diverse belastingwetten kennen een verschillend partnerbegrip, en dat is de wetgever – en de praktijk – al lange tijd een doorn in het oog. Met de invoering van het basispartnerbegrip wordt dat een stuk beter.
Het basispartnerbegrip gaat voor alle belastingwetten gelden, maar dat betekent niet dat voor alle heffingswetten hetzelfde partnerbegrip gaat gelden. Dat is volgens de wetgever niet haalbaar: een op onderdelen verschillend partnerbegrip blijft noodzakelijk vanwege het specifieke karakter van een belasting, om oneigenlijk gebruik af te weren, of om nog andere redenen.
Wie zijn fiscaal partner?
Partnerschap volgens de regels tot en met 2010
Voor de inkomstenbelasting was u onder de wettelijke regeling tot en met 2010 partners als:
1. U gehuwd bent, of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, én niet duurzaam gescheiden leeft.
Van duurzaam gescheiden leven is sprake als iedere echtgenoot zijn eigen leven leidt, als ware hij niet gehuwd, én deze toestand door beide echtgenoten als bestendig is bedoeld. Het al dan niet voeren van een gezamenlijke huishouding is niet beslissend.
2. U en uw partner daarvoor "samen en uitsluitend" gekozen hebben. Zo’n keuze is mogelijk als u, als meerderjarigen, ongehuwd samenwoont, in een kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding voert, én in die periode op hetzelfde woonadres staat ingeschreven bij de gemeente. De keuze voor het fiscale partnerschap moet u uiterlijk kenbaar maken bij de (gezamenlijke) aangifte over het kalenderjaar.
Partnerschap volgens de nieuwe regels per 2011
Onder de nieuwe wettelijke regeling bent u voor de inkomstenbelasting ‘verplicht’ fiscale partners als:
1. U gehuwd bent, of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. Niet meer van belang is of u en uw echtgenoot samenwonen of op hetzelfde adres staan ingeschreven bij de gemeente. Echtgenoten die (civielrechtelijk) zijn gescheiden van tafel en bed zijn géén partners.
2. U ongehuwd samenwoont en samen ingeschreven staat op hetzelfde woonadres bij de gemeente én u:
- een notarieel samenlevingscontract heeft, of
- woont in een woning waarvan u beiden (gezamenlijk) eigenaar bent, of
- samen een kind heeft, of
- de ene partner het kind van de andere partner heeft erkend, of
- u uw huisgenoot heeft aangewezen als gerechtigde tot het partnerpensioen.
Ongehuwd samenwonenden zijn ook verplicht partner als ze in het voorafgaande jaar als fiscale partners kwalificeerden, en nog steeds op hetzelfde woonadres bij de gemeente staan ingeschreven.
Samenwoners die niet voldoen aan één van de hiervoor genoemde vereisten, zijn vanaf 2011 géén fiscale partners meer.
De mogelijkheid om voor het fiscale partnerschap te kiezen vervalt.
Bij het Belastingplan 2011 is voorgesteld om de voorwaarde dat ongehuwd samenwonenden moeten staan ingeschreven op hetzelfde adres, te laten vervallen ingeval een gezamenlijke inschrijving niet mogelijk is door opname in een verpleeg- of verzorgingshuis.
Misverstanden omtrent het fiscaal partnerschap
Er bestaan nogal wat misverstanden over het fiscaal partnerschap in de praktijk. Zo kunt u namelijk als fiscaal partner ook de aftrekposten verdelen.
Bijvoorbeeld 100% van de hypotheekrente in mindering op het inkomen van de partner in plaats van degene op wiens naam het huis staat. Het misverstand is dat het verdelen van bezittingen in de belastingaangifte gevolgen heeft voor de juridische eigendom. Uw bankrekening blijft uw bankrekening ook al is deze aangegeven bij uw fiscaal partner.
Een ander misverstand is dat wanneer u niet voor fiscaal partnerschap kiest, u ook andere toeslagen op basis van één inkomen kunt krijgen (huurtoeslag/ zorgtoeslag). Ook dit is niet juist: voor genoemde toeslagen moet u altijd het gezamenlijk inkomen van het huishouden nemen, ook al bent u geen fiscaal partner. |