Soms blijken politici geen benul te hebben hoe de regelingen waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn in elkaar steken. Zo staat in het regeerakkoord dat de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting, de laatste tijd nogal denigrerend aangeduid met "aanrechtsubsidie" geleidelijk in twintig jaar met 5% per jaar zal worden verminderd.
Om twee redenen is dit nogal vreemd:
1. "Aanrechtsubsidie" bestaat reeds sinds de jaren 60
2. Algemene heffingskorting is niet overdraagbaar
Ad 1. Wat is de aanrechtsubsidie?
De nogal denigrerende term "aanrechtsubsidie" duidt op de teruggave, onder bepaalde voorwaarden, van de algemene heffingskorting aan de niet of weinig verdienende (fiscale) partner. Deze regeling, althans de regeling in deze vorm, bestaat sinds 2001.
Daarvoor bestond echter ook een dergelijk regeling voor de niet of weinig verdienende partner. Dat was echter de toepasselijkheid van tariefgroep 3.
Nu wordt net gedaan of dit een extraatje is voor degenen die de huishouding en/of de kinderen verzorgen en daardoor geen of weinig inkomsten buitenshuis kunnen verwerven.
Zo zie je maar hoe tijden en opvattingen kunnen veranderen.
Ad 2. Overdraagbaarheid?
De algemene heffingskorting is individueel en helemaal niet overdraagbaar.
Men doelt waarschijnlijk op de regeling waardoor de partner zonder inkomen, of met een te laag inkomen om de volledige algemene heffingskorting te kunnen verrekenen, deze toch terug kan krijgen. Dat is het geval als de meest verdienende partner genoeg belasting betaalt, als dat evenveel of meer dan de teruggave. De teruggave is dus gemaximeerd is op de door de partner verschuldigde belasting.
De heffingskorting wordt dus niet overgedragen, hooguit zou men kunnen stellen dat de belastingteruggave wordt overgedragen: die gaat immers niet naar degene die de belasting betaalde maar naar degene die de heffingskorting niet (volledig) kon verrekenen.
Op zich al een bedenkelijke slordigheid. De maatregel in het regeerakkoord heeft ook verder echter wel wat gevolgen. Waarschijnlijk is de maatregel bedoeld om de arbeidsparticipatie te bevorderen en het heeft tot gevolg dat een gezin waar een alleenverdiener bruto exact hetzelfde bedrag binnenbrengt als wat in een tweeverdieners gezin binnenkomt en waar deze zijn gezin nu prima van kan onderhouden netto fors minder over gaat houden. Nu is dat overigens ook al in zekere mate het geval door het progressieve belastingtarief, combinatiekorting, maximering van de arbeidskorting e.d.
Dat zou er toe kunnen leiden dat de partner van een alleenverdiener niet zozeer wordt gestimuleerd om te gaan werken maar daartoe gewoon verplicht wordt om het gezinsbudget rond te kunnen blijven krijgen. En of dat nu een ontwikkeling is waar we blij mee moeten zijn wagen wij te betwijfelen.
|